*

Baggermolen onder Stoom

.Werking stoommachines
.Onderdelen
.Ketels en Appendages
.Toepassingen
.Foto's en Platen
.Uit de Ingenieur
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.


 

Kopie uit de Ingenieur 1922
De ontwikkeling van het bagger werktuig.
uit de rede van prof .ir.C.M. van Wijngaarden.
(als PDF bestand)

   

Stoom Baggermolen
Een baggermolen op de tekening doorsneden onder wordt uitsluitend gebruikt voor het verrichten van graafwerk onder water, met namen voor op diepte houden van vaargeulen in zee, rivieren waterlopen en van havens, voor het graven van kanalen, grote funderingsputten en dergelijke.
Bijna alle grondsoorten tot vaste en zeer harde toe kunnen door een baggermolen worden verwerkt.
Het werktuig vertoont enige overeenkomst met een excavateur in tegenstelling met deze is het vrijwel altijd geplaatst op een vaartuig.
Dit is een stalen bak, op plaat in doorsnede rechthoekig.
Vanaf de voorsteven tot ongeveer in het midden in de bak in de lengte as voorzien van een insnijding met een breedte van 1 tot ongeveer 2meter deze insnijding noemt men bun of beun.
Midden op het vaartuig staat de hoofdbok, een van staal geconstrueerd portaal, waarop de emmerladder scharnierend rust

naar boven
 
  naar boven

Deze emmerladder wordt aan het ondereinde opgehangen aan de ladderbok, die nabij de voorsteven van het vaartuig is opgesteld.
De emmerladder dient ter geleiding van de emmerketting; dit is een ketting zonder eind met lange schalmen, waarop de emmers zijn bevestigd.
De emmerketting loopt aan het boveneind van de ladder over een vijfhoekige trommel.
De vijfkant, aan de onderzijde over de zeskant, en verder over rollen, die op de emmerladder zijn bevestigd. Het aantal emmers bedraagt 30 a 40.
De inhoud is afhankelijk van de capaciteit van de molen.
In normale gevallen kan een emmer 300 a 500 L bevatten, bij grote molens soms tot 1200L

Deze baggermolen is te zien in het:
Stoomachineuseum
Oosterdijk 4
1671 HJ Medemblik

De emmers zijn van staalplaat, gelast of geklonken, met verwisselbare randen van hard staal langs de bovenkant.
Ook gegoten stalen emmers worden gebruikt.
In de bodem van iedere emmer bevinden zich een of meer gaten, om het water, dat zich in de emmer bevindt, tijdens het ophalen zo veel mogelijk te laten wegvloeien.
 

naar boven

In tegenstelling met de excavateur, zijn bij een baggermolen de emmers van de bovenste reeks gevuld; hun inhoud wordt bij het kantelen om de vijfkant opgevangen in een stortbak, waarvan twee stortgoten uitgaan, waardoor de opgebaggerde grond in een naast de molen liggende bak wordt gevoerd.
Is een stortgoot niet in gebruik, dan kan het onderste gedeelte in loodrechte stand worden gebracht, zodat de goot niet buiten het vaartuig uitsteekt.
In de stortbak is een beweegbare klep aan gebracht, waardoor het mogelijk is of de linker of de rechter stortgoot te gebruiken.
Soms is de opgebaggerde grond hard en vast; dan moet water in de stortbak worden gespoten om de grond te kunnen afvoeren.

 
naar boven

De grootste diepte, waarop kan worden gebaggerd, is op 15m diep te stellen; bij woelig water op 12m.
De afgebeelde baggermolen boven heeft een capaciteit van 400m3 per uur, de emmers hebben een inhoud van 600L.
Op het dek van de molen zijn voor, achter en zijlieren geplaatst, waarmee de verschillende bewegingen van het vaartuig worden geregeld.
DE staaldraden of staaltouwen, die om de trommels van de lieren zijn gewonden, zijn bevestigd aan ankers.
In de plaat hier onder is schetsmatig aangegeven hoe een molen werkt.
In normalen gevallen ligt de molen voor 6 ankers, 1 boeg anker b, 1 achter anker a, aan beide kanten 4 zijanker z.
De afstand van de molen tot het boeg anker bedraagt gemiddeld 300m.
Vanaf het boeg anker loopt de boeg ketting naar de boegbak en van de boegbak loopt de boeg draad naar de molen.
Om het boeganker draaiend, beweegt de molen zich volgens de flauw gebogen lijn A B C; de beweging geschiedt door het beurtelings vieren en aan trekken van de ankerdraden die aan de zijankers en aan het achteranker zijn bevestigd.
Zodra een strook of snede A B C is weggebaggerd, wordt de boegdraad aan gehaald en de achterdraad gevierd, door het bedienen van de zijlieren zwaait de molen al baggerend naar de andere zijde van de sleuf.
Zo is het mogelijk, sleuven te baggeren van 50 a 80m breedte.

 
  naar boven

Deze baggermolen is te zien in het:
Stoomachineuseum
Oosterdijk 4
1671 HJ Medemblik

  naar boven
 
  naar boven
 
  naar boven
 
  naar boven
 
  naar boven
 
   
   
     
   
Bron en de illustraties komt uit het boek 'Weg- en Waterbouwkunde' van Colijn & Potma. leerboek voor de MTS. Eerste druk 1937, tweede druk 1942
alle zwartwit foto's op deze pagina daar zij rechten over:Copyright ©Stichting Rijksmuseum het Zuiderzeemuseum Alle rechten voorbehouden. De kleuren foto's zijn gemaakt door Myrica Steinmeier in het stoommuseum.
naar boven