Buizen en kleppen in de geschiedenis van de machinebouw
De verbinding van stoomketel met het stoomwerktuig gebeurd door stoomleidingen, die op verschillende wijzen kunnen worden ingericht.
De inrichting hangt af van het bedrijf en toepassing.
Als grondregel neemt men aan, dat alle stoom en ook condensatiewaterleidingen steeds naar de plaats, waar het verbruik plaats vindt, schuin moeten aflopen, zo dat het water gemakkelijk wegvloeit of afgetapt kan worden.
Als de ketel en machine in werking is dan is er door de hogen temperatuur vooral bij oververhitte stoom de kans dat de leidingen flink uitgezet, en dat moet ergens heen, anders scheurt de leidingen.
Als alles weer uit bedrijf is, en weer afgekoeld dan ontstaat krimp, en dan bestaat er ook weer kans op breuken en scheuren.
Om dat op te vangen moet die krimp en uitzetten van de buizen ergens heen, omdat op te vangen plaats men een bocht of knik in de buis ook gegolfde buizen gebruikt men, zie afbeeldingen hiernaast en onder.
Waaierklep (hier naast) kan worden gebruikt voor de stoomtoevoer te regelen door middel van een regulateur.
Deze evenwichtsklep op de tekening hier boven doet dienst op een schip om te voorkomen als het schip bijvoorbeeld bij hoge zee en zwaar stampend schip, waarbij de machine hevig kan doorslaan, is het gewenst te beschikken over een afsluiten, waarmee de stoomtoevoer naar de machine snel kan worden geregeld dan bij een normale manoeuvreer afsluiter.
Deze afsluiter maakt deel uit van de hoofd stoom leiding, en kan snel worden bediend met de hand.
Bij doorslaan van de machine kan zware schade ontstaan dat kan gebeuren bij het boven komen van de schroef van het schip in zware zeegang waarbij het kan gebeuren dat de machine ineens sterk versneld, en de toegestane materiaalspanningen gemakkelijk kunnen worden overschreden, wat tot breuk kan lijden.
Verschillende afsluiters
foto’s met beschrijving van afsluiters komt binnenkort.